Laatste nieuws
OCTAS presenteert
varianten om arbeids-
ongeschiktheidsstelsel
te vereenvoudigen
OCTAS heeft op donderdag 29 februari haar advies aan minister Van Gennip (SZW) gepresenteerd, waarin zij drie varianten voorstelt om het arbeidsongeschiktheidsstelsel te vereenvoudigen. Dit advies volgt op een uitvoerige probleemanalyse die OCTAS eerder in oktober heeft gepresenteerd, waarin de commissie de complexiteit van het huidige stelsel voor alle betrokkenen heeft geschetst.
De eerste variant, genaamd "huidig stelsel beter", omvat een reeks maatregelen die tot doel hebben om het bestaande stelsel minder complex, menselijker en begrijpelijker te maken. OCTAS bepleit onder andere vereenvoudiging van de WIA door over te gaan naar één regeling in plaats van de huidige drie, evenals een ruimere toegang tot de regeling voor zelfstandigen en mensen met lage inkomens.

In de tweede variant, "Werk staat voorop", wordt de focus gelegd op de mogelijkheden van re-integratie. OCTAS stelt voor om eerst te kijken naar wat mensen wél kunnen in plaats van wat ze niet kunnen. Hierbij wordt een periode van 3 tot 5 jaar ingevoerd waarin een re-integratieuitkering wordt verstrekt, gevolgd door een arbeidsongeschiktheidsbeoordeling.

De derde variant, "Basis voor werkenden", introduceert één uniforme regeling voor alle werkenden, ongeacht of ze in loondienst zijn of zelfstandig werken. Deze variant beoogt het stelsel geschikter te maken voor mensen die afwisselend of tegelijkertijd in verschillende arbeidsvormen werken. Werkenden zouden een verplichte aanvullende verzekering krijgen voor inkomensbescherming.

Voor mensen zonder recent arbeidsverleden is verbetering van de dienstverlening essentieel. OCTAS doet verschillende voorstellen om de toegankelijkheid te verbeteren en beter aan te sluiten bij hun behoeften.

Commissievoorzitter Roos Vermeij benadrukt het belang van het perspectief van mensen bij het vereenvoudigen van het stelsel. Ze wijst erop dat het mogelijk is om veel zaken te vereenvoudigen door uit te gaan van het perspectief van mensen en pleit voor samenwerking en vertrouwen bij de verdere uitwerking van de varianten.

Verder stelt Vermeij dat het noodzakelijk is dat alle betrokken partijen meewerken aan de implementatie van de voorgestelde varianten. Zij beschouwt deze varianten als alternatieven waaruit gekozen kan worden en onderstreept het belang van wederzijds vertrouwen. Daarnaast pleit ze voor meer mogelijkheden voor werkgevers om te ondersteunen bij re-integratie, omdat zij momenteel nog tegen beperkingen aanlopen als gevolg van regelgeving.