In deze casus heeft een werknemer zich ziekgemeld. De bedrijfsarts oordeelt dat er sprake is van arbeidsongeschiktheid voor het eigen werk, maar dat er wel mogelijkheden zijn voor aangepaste werkzaamheden. Het lukt echter niet om met werknemer een afspraak te maken voor het opstellen van een plan van aanpak. Ook een waarschuwing dat er een loonstop zal volgen, helpt niet. De loonstop wordt dan ook toegepast.

De werkgever vraagt vervolgens een deskundigenoordeel aan bij het UWV. Daarin wordt geoordeeld dat werknemer onvoldoende meewerkt aan zijn re-integratie. De werkgever gaat naar de kantonrechter en verzoekt om een ontbinding van de arbeidsovereenkomst wegens ernstig verwijtbaar handelen van de werknemer zonder toekenning van de transitievergoeding. De bewindvoerder van werknemer voert daar verweer.
Geen ernstig verwijtbaat handelenDe rechter overweegt dat het handelen van de werknemer kan niet geheel los kan worden gezien van zijn geestelijke problemen. De werknemer is paranoïde psychotisch en heeft fases waarin hij zich opsluit en contact afhoudt. Het is aannemelijk dat werknemer door zijn psychische problemen zich niet steeds bewust is geweest van zijn re-integratieverplichtingen. Dat betekent niet dat hem in dat verband geen verwijt kan worden gemaakt of dat zijn geestelijke problemen een deugdelijke grond opleveren om de re-integratieverplichtingen niet op te volgen. Het maakt wel dat het verwijtbaar handelen van werknemer niet kwalificeert als ernstig verwijtbaar handelen.

Er volgt een ontbinding van de arbeidsovereenkomst met toekenning van de transitievergoeding.ECLI:NL:RBZWB:2024:18