Zestigplussers lopen een groter risico op langdurige werkloosheid. Daarom kunnen zij, als ze ouder dan 60 jaar en 4 maanden waren op het moment dat ze werkloos raakten, een IOW-uitkering aanvragen nadat hun WW- of WGA-uitkering is afgelopen. Zo wordt voorkomen dat oudere werklozen in de jaren voordat ze recht hebben op AOW terug moeten vallen op de bijstand en hun spaargeld moeten aanspreken of huis moeten opeten.
Raad van State kritischDe Raad van State heeft wel kanttekeningen bij het voorstel geplaatst. De Raad wijst erop dat de arbeidsparticipatie van 65-plussers inmiddels sterk is gestegen. De Raad verwacht dat dit komt doordat een gepensioneerde werknemer relatief goedkoop is en zijn rechtspositie flexibel. Zo hoeft de werkgever geen premies werknemersverzekeringen af te dragen, heeft de werknemer slechts recht op zes weken loondoorbetaling bij ziekte, geen recht op een transitievergoeding bij ontslag en mag hij zes opvolgende tijdelijke contracten aangeboden krijgen.Hierdoor is gepensioneerde werknemer voor een werkgever aantrekkelijker dan een iets jongere werknemer die de AOW-leeftijd nog niet heeft bereikt. Dit kan volgens de Raad worden tegengegaan door de arbeidsrechtelijke regels beter in balans te brengen voor werknemers in de verschillende leeftijdsgroepen. Anders is de kans aanwezig dat over vier jaar weer zal moeten worden voorgesteld de IOW te verlengen. Minister Van Gennip ziet hier echter geen aanleiding toe.
Terugwerkende kracht tot 1 januari 2024Het voorstel treedt, als de Tweede Kamer en Eerste Kamer hiermee instemmen, met terugwerkende kracht in werking per 1 januari 2024. In de tussentijd kunnen oudere werklozen de IOW-uitkering wel aanvragen als ze daar na afloop van de WW of WGA recht op hebben.
Raad van State Advies – W12.23.00313 III